In een garage wordt een onderdanige man gebonden en overgeleverd aan de genade van zijn meester. De meester, een fervent liefhebber van BDSM, besluit zijn suikerbaby te straffen door een harde spanking toe te dienen. De subkont, al rood geworden van eerdere sessies, wordt verder gebruut door de meedogenloze aanval van de meestershand. De meester die verlekkerd is aan de subpijnen blijft met toenemende intensiteit spanken, waardoor de suikerbaby kronkelt in kwelling. Maar de masters sadistische verlangens worden niet verzadigd met alleen billenkoek. Hij besluit de grenzen van zijn perversie te verleggen en haalt er een leren bel uit, waarbij hij de blote onderbroek gebruikt om de onderbroekjes te bloten. De suikerrug, ondanks een opwinding van de meesterlijke handelingen, is het einde van de opwinding door de meesters, het taferment is nog steeds gebonden aan de smaak van de suikersuikerriemen, en het is een perfecte afspiegeling van bedrog en bedrog. Deze scène is gebonden aan een wreuning, die gebonden is aan de smaak en een wrede koek.